Try out the interactive grid

The print version of the Grid allows you to view it in its entirety as well as by category.

Opleiding en Kwalificaties
Taalvaardigheid
  • Development Phase 1
    • 1.1
      • studeert de doeltaal op tertiair niveau

      • heeft bekwaamheidsniveau B1 behaald in de doeltaal

    • 1.2
      • studeert de doeltaal op tertiair niveau

      • heeft bekwaamheidsniveau B2 behaald in de doeltaal

  • Development Phase 2
    • 2.1
      • heeft een B2 examen certificaat behaald in de doeltaal en heeft mondelinge competentie op niveau C1

    • 2.2
      • heeft een C1 examen certificaat behaald in de doeltaal,

      • of:

      • heeft een graad (lesbevoegdheid) in de doeltaal en aantoonbare bekwaamheid op niveau C1

  • Development Phase 3
    • 3.1
      • heeft een C2 examen certificaat behaald in de doeltaal,

      • of:

      • heeft een graad (lesbevoegdheid) in de doeltaal en aantoonbare bekwaamheid op niveau C2

    • 3.2
      • heeft een academische graad voor een taal of een C2 examen certificaat plus een natuurlijke beheersing van de doeltaal,

      • of:

      • heeft 'native speaker' competentie in de doeltaal

Opleiding & Training
  • Development Phase 1
    • 1.1
      • volgt voorbereidende training als talendocent bij een lerarenopleiding, universiteit of een privé-instelling, die een erkend talendocent kwalificatie verstrekt.

    • 1.2
      • heeft een deel van zijn/haar initiële training in taalvaardigheid en methodologie afgerond, daardoor in staat om te beginnen met het lesgeven in de doeltaal, maar heeft nog geen bevoegdheid behaald

  • Development Phase 2
    • 2.1
      • heeft een initiële bevoegdheid na het succesvol afronden van een minimum van 60 uur van gedocumenteerde gestructureerde training in het lesgeven in de doeltaal, hetgeen begeleid lesgeven inhield 

      • of:

      • heeft een aantal cursussen of modules van de bevoegdheid in de doeltaal behaald en /of taalonderwijs pedagogiek zonder de bevoegdheid reeds behaald te hebben.

    • 2.2
      • heeft een bevoegdheid in de doeltaal met een taal pedagogiek component, die begeleide lespraktijk inhoudt, 

      • of:

      • heeft een internationaal erkend (minimum 120 uur) certificaat in het lesgeven in de doeltaal

  • Development Phase 3
    • 3.1
      • heeft een lesbevoegdheid of bevoegdheidsmodule in het lesgeven in de doeltaal, die begeleide lespraktijk inhoudt 

      • of:

      • heeft een internationaal erkend (minimum 120 uur) certificaat in het lesgeven in de doeltaal en

      • ook:

      • heeft deelgenomen aan tenminste 100 uur van gestructureerde stage praktijktraining

    • 3.2
      • heeft een master's graad afgerond of een bevoegdheidsmodule in taalpedagogiek of toegepaste taalkunde,  die begeleide lespraktijk inhoudt als dit niet onderdeel was van een eerdere training,

      • of:

      • heeft een postacademisch of professioneel diploma in taalonderwijs (min. 200 uur cursusduur)

      • heeft aanvullende training in gespecialiseerde gebieden genoten (bijv.: de taal onderwijzen voor speciale doeleinden, toetsing, lerarenopleider) 

Beoordeelde gegeven lessen
  • Development Phase 1
    • 1.1
      • verkrijgt ervaring door het geven van deellessen and het delen van ervaring met een collega die feedback geeft

    • 1.2
      • heeft ervaring in het begeleid , geobserveerd en positief beoordeeld worden tijdens het lesgeven van individuele lessen

      • heeft ervaring in het doen van lesactiviteiten met kleine groepen studenten of medestudenten ('Micro-teaching')

  • Development Phase 2
    • 2.1
      • bij initiële training, heeft een totaal van ten minste 2 uur van succesvol gedocumenteerde en beoordeelde lespraktijk op ten minste twee niveaus 

      • in echte lespraktijk, is geobserveerd en heeft positief gedocumenteerde feedback ontvangen op 3 uur lesgeven

    • 2.2
      • bij initiële training, heeft een totaal van ten minste 6 uur van succesvol gedocumenteerde en beoordeelde lespraktijk op ten minste twee niveaus 

      • in echte lespraktijk, is geobserveerd en heeft positief gedocumenteerde feedback ontvangen op 6 uur lesgeven

  • Development Phase 3
    • 3.1
      • is geobserveerd en beoordeeld voor ten minste 10 uur tijdens oefenpraktijk en echte lespraktijk op diverse niveaus and met verschillende soorten leerlingen en heeft hier positief gedocumenteerde feedback op ontvangen

    • 3.2
      • is geobserveerd en beoordeeld voor ten minste 14 uur tijdens oefenpraktijk en echte lespraktijk en heeft hier positief gedocumenteerde feedback op ontvangen

      • is beoordeeld als mentor of observant van minder ervaren docenten

Onderwijs ervaring
  • Development Phase 1
    • 1.1
      • heeft een aantal lessen of deellessen gegeven op een of twee niveaus

    • 1.2
      • heeft eigen klas(sen) maar slechts ervaring op een of twee niveaus

  • Development Phase 2
    • 2.1
      • heeft tussen de 200-800 uur gedocumenteerde niet begeleide onderwijservaring

      • heeft klassen op verschillende niveaus lesgegeven

    • 2.2
      • heeft tussen de 800-2400 uur gedocumenteerde onderwijservaring::
        - op verschillende niveaus
        - in meer dan een onderwijs- en leercontext
  • Development Phase 3
    • 3.1
      • heeft tussen de 2400 en 4000 uur gedocumenteerde onderwijservaring, inclusief:
        - op alle niveaus, behalve C2
        - in een aantalverschillende onderwijs- en leercontexten
    • 3.2
      • heeft ongeveer 6000 uur gedocumenteerde  onderwijservaring

      • heeft in veel verschillende onderwijs- en leercontexten onderwezen

      • heeft ervaring in mentoring/training van andere docenten

Hoofd Onderwijs Competenties
Methodologie: kennis en vaardigheden
  • Development Phase 1
    • 1.1
      • bestudeert verschillende taalleertheorieën en methodes

      • bij het observeren van meer ervaren docenten, begrijpt waarom zij de technieken en materialen die zij gekozen hebben gebruiken

    • 1.2
      • heeft basiskennis van verschillende taalleertheorieën en methodes

      • kan nieuwe technieken en materialen selecteren met advies van collega's

      • kan technieken en materialen voor verschillende onderwijs- en leercontexten identificeren

  • Development Phase 2
    • 2.1
      • is bekend met verschillende taalleertheorieën en methodes

      • is bekend met technieken en materialen voor twee of meer niveaus

      • kan vanuit een praktisch perspectief de bruikbaarheid van technieken en materialen voor verschillende onderwijscontexten evalueren

      • kan de behoeften van bepaalde groepen in aanmerking nemen bij het kiezen welke methode en techniek te gebruiken

    • 2.2
      • is goed op de hoogte van verschillende taalleertheorieën en methodes, leerstijlen en leerstrategieën

      • kan theoretische principes achter onderwijstechnieken en materialen identificeren

      • kan veel verschillende onderwijstechnieken en activiteiten doeltreffend toepassen

  • Development Phase 3
    • 3.1
      • kan theoretische rechtvaardiging geven voor de gebruikte onderwijsaanpak en voor een zeer grote reeks aan onderwijstechnieken, activiteiten en materialen

      • kan een zeer grote reeks aan onderwijstechnieken, activiteiten en materialen gebruiken

    • 3.2
      • heeft uitgebreide kennis van theorieën voor taalonderwijs en leren en deelt dit met collega's

      • kan observaties van collega's aanvullen met methodologische feedback om hun onderwijstechnieken uit te breiden

      • kan toepasselijke opdrachten en materialen selecteren en maken voor elk gewenst niveau voor gebruik door collega's

Beoordeling
  • Development Phase 1
    • 1.1
      • kan unit toetsen uit het lesboek geven en nakijken

    • 1.2
      • kan voortgangstoetsen geven en nakijken (m.a.w. semester toetsen, eindejaarstoetsen) wanneer de materialen aangeboden worden

      • kan mondelinge toetsen afnemen wanneer materiaal ervoor gegeven wordt

      • kan toepasselijke revisie activiteiten voorbereiden en uitvoeren

  • Development Phase 2
    • 2.1
      • kanreguliere voortgangstoetsen geven die een mondelinge component bevatten

      • kan gebieden herkennen waar studenten aan zouden kunnen werken, aan de hand van de resultaten van de toetsen en de beoordeelde taken

      • kan duidelijke feedback geven op de herkende sterkten en zwakten en kan prioriteiten stellen voor individueel werk

    • 2.2
      • kan reguliere beoordelingstaken selecteren en geven om de voortgang van de leerling in de taal en vaardigheden ontwikkeling te identificeren

      • kan een vastgesteld correctiemodel gebruiken om verschillende soorten fouten in geschreven werk te identificeren om het taalbewustzijn van de leerling te bevorderen

      • kan voorbereiden op plaatsingstoetsen en deze coördineren

  • Development Phase 3
    • 3.1
      • kan materialen en opdrachten ontwerpen voor voortgangsbeoordelingen (mondeling en geschreven)

      • kan video-opnames van leerlingeninteractie gebruiken om hen te helpen bij het herkennen van hun sterkten en zwakten

      • kan ERK criteria betrouwbaar toepassen om de vaardigheid in spreken en schrijven van de leerling vast te stellen

    • 3.2
      • kan beoordelingsopdrachten ontwikkelen voor alle taalvaardigheden en taalkennis op elk niveau

      • kan ERK criteria betrouwbaar toepassen om de vaardigheid in spreken en schrijven van de leerling vast te stellen op elk niveau en kan minder ervaren collega's hierbij helpen

      • kan valide formele toetsen ontwikkelen om te kunnen bepalen of leerlingen een gegeven ERK niveau bereikt hebben

      • kan ERK standaardisatie sessies houden

Les- en cursusplanning
  • Development Phase 1
    • 1.1
      • kan een aantal activiteiten verbinden in een lesplan, wanneer materialen worden aangeboden

    • 1.2
      • kan activiteiten vinden om die van het tekstboek aan te vullen

      • kan coherentie waarborgen tussen lessen door resultaten van voorgaande lessen in aanmerking te nemen bij het plannen van de volgende

      • kan lesplannen aanpassen wanneer opgedragen om leersucces en moeilijkheden in aanmerking te nemen

  • Development Phase 2
    • 2.1
      • kan een syllabus en gespecificeerde materialen gebruiken om lesplannen voor te bereiden die gebalanceerd zijn en de behoeften van de groep waarborgen

      • kan fasen en 'timing' van lessen plannen met verschillende vooruitzichten

      • kan verschillende behoeften van leerlingen vergelijken en aan deze refereren bij het plannen van hoofd- en bijzaken in lessen

    • 2.2
      • kan een cursus of deelcursus plannen met behulp van syllabus, de behoeften van de leerlingen en de voorhanden zijnde materialen

      • kan taken ontwikkelen om taalkundig en communicatief potentieel van materialen naar voren te brengen.

      • Kan taken ontwikkelen die aan de individuele behoeften voldoen, alsmede aan de cursusdoelen. 

  • Development Phase 3
    • 3.1
      • kan een gedegen behoefteonderzoek doen en dit gebruiken om een gedetailleerde en gebalanceerde cursusopzet te plannen hetgeen hergebruik en revisie bevat

      • kan diverse opdrachten ontwerpen gebaseerd op hetzelfde bronmateriaal voor gebruik met leerlingen op verschillende niveaus

      • kan moeilijkheden van leerlingen analyseren en dit gebruiken voor eventuele actiepunten voor aanstaande lessen

    • 3.2
      • kan gespecialiseerde cursussen ontwerpen voor diverse contexten die communicatieve en taalkundige inhoud integreren die van toepassing is op het specialisme

      • kan collega's begeleiden in het beoordelen en rekening houden met de diverse behoeften nodig bij het plannen van cursussen en het voorbereiden van lessen

      • kan de verantwoordelijkheid nemen voor curriculum en syllabus herziening voor het herzien van verschillende cursussen 

Management interactie en controle
  • Development Phase 1
    • 1.1
      • kan duidelijke instructies geven en een activiteit organiseren met begeleiding

    • 1.2
      • is in staat tot leraar-klas interactie

      • kan wisselen tussen het lesgeven aan een hele klas en paar- of groepswerk, daarbij duidelijke instructies gevend

      • kan leerlingen betrekken bij paar- en groepswerk gebaseerd op activiteiten in een lesboek

  • Development Phase 2
    • 2.1
      • kan paar- en groepswerk opzetten en begeleiden op een efficiënte manier en kan de klas weer samen brengen

      • kan individuele en groepsactiviteiten controleren

      • kan duidelijke feedback geven

    • 2.2
      • kan een gevarieerde en gebalanceerde volgorden van klas-, groeps- en paarwerk opzetten om zo de leerdoelen te bereiken

      • kan 'task based learning' organiseren

      • kan leerling inzet effectief controleren

      • kan duidelijke feedback geven en ontlokken

  • Development Phase 3
    • 3.1
      • kan 'Task-Based Leraning' opzetten waarbij  groepen verschillende activiteiten tegelijkertijd uitvoeren

      • kan individuele en groepsinzet nauwkeurig en gedegen controleren

      • kan duidelijke individuele feedback geven en ontlokken op verschillende manieren

      • kan de controle en feedback gebruiken bij het ontwerpen van komende activiteiten

    • 3.2
      • kan steun voor groepen en individuen opzetten, controleren en geven op verschillende niveaus in hetzelfde klaslokaal terwijl er aan verschillende opdrachten gewerkt wordt

      • kan unit toetsen uit het lesboek geven en nakijken

Gelegenheids competenties
Interculturele competentie
  • Development Phase 1
    • 1.1
      • begrijpt dat de relatie tussen taal en cultuur een belangrijke factor bij taalonderwijs en taalverwerving

    • 1.2
      • leert over de relevantie van culturele zaken in het onderwijs

      • kan leerlingen introduceren in relevante verschillen in cultureel gedrag en tradities

      • kan een tolerantie en begripvolle atmosfeer creëren in klassen met sociale en culturele diversiteit

  • Development Phase 2
    • 2.1
      • begrijpt relevante en stereotype opvattingen en kan er rekening mee houden

      • kan eigen begrip gebruiken om de kennis van studenten van relevant cultureel gedrag te vergroten, bijv. beleefdheid, lichaamstaal, etc.

      • kan het belang van het vermijden van interculturele problemen in de klas herkennen en promoot wederzijds begrip en respect

    • 2.2
      • kan leerlingen helpen met analyseren van stereotype opvattingen en vooroordelen

      • kan in lessen hoofdzaken integreren van intercultureel gedrag ( bijv. beleefdheid, lichaamstaal, etc.)

      • kan materiaal selecteren dat goed past bij de culturele horizon van de leerlingen, doch dit ook uitbreidt met activiteiten die toepasselijk zijn voor de groep

  • Development Phase 3
    • 3.1
      • kan 'web-searches', projecten en presentaties gebruiken die begrip en waardering van de leerling en zichzelf kunnen vergroten wat betreft interculturele aangelegenheden

      • kan de bekwaamheid van de leerling tot analyseren ontwikkelen en kan sociale en culturele overeenkomsten en verschillen bespreken

      • kan op gebieden van interculturele gevoeligheden anticiperen en beheersen

    • 3.2
      • kan haar/zijn uitgebreide kennis van interculturele aangelegenheden aanwenden wanneer dit toepasselijk is om minder ervaren collega's te assisteren

      • kan bekwaamheid van de collega's om met culturele aangelegenheden om te gaan ontwikkelen, oppert technieken die kritische incidenten kunnen verminderen mochten deze voorkomen

      • kan interculturele activiteiten, opdrachten en materialen creëren voor gebruik door collega's en zichzelf en kan feedback hierop vragen

Taalvaardigheid
  • Development Phase 1
    • 1.1
      • kan woordenboeken en grammatica boeken etc. gebruiken als referentiebronnen

      • kan simpele vragen beantwoorden over taal, die regelmatig gesteld worden op het niveau waarop zij/hij lesgeeft

    • 1.2
      • kan correcte voorbeelden geven van vorm en gebruik van taal aangepast aan het niveau van de leerlingen op niveaus A1-B1.

      • kan antwoord geven op taalvragen die noodzakelijkerwijs niet volledig zijn, maar die toepasselijk zijn voor leerlingen op niveaus A1-B1.

  • Development Phase 2
    • 2.1
      • kan correcte voorbeelden geven van vorm en gebruik van taal toepasselijk voor het niveau in kwestie, behalve voor de gevorderde niveaus (C1-C2)

      • kan antwoorden geven op vragen over de doeltaal toepasselijk voor het niveau in kwestie, behalve voor de gevorderde niveaus (C1-C2)

    • 2.2
      • kan correcte voorbeelden geven van vorm en gebruik van taal, voor alle niveaus behalve op C2, in bijna alle voorkomende gevallen

      • kan het probleem dat een leerling heeft herkennen en begrijpen

      • kan antwoorden geven op vragen over de doeltaal toepasselijk voor het niveau in kwestie, behalve voor niveau C2

  • Development Phase 3
    • 3.1
      • kan correcte voorbeelden selecteren en geven van vorm en gebruik van taal, voor alle niveaus in bijna alle voorkomende gevallen

      • kan bijna alle taalvragen volledig en accuraat beantwoorden en duidelijk uitleg geven

      • kan een reeks van technieken gebruiken om de leerling te begeleiden antwoorden op hun eigen taalvragen te vinden en de fouten daarbij te corrigeren

    • 3.2
      • kan altijd volledige en accurate antwoorden geven op vragen van leerlingen over verschillende aspecten van taal en taalgebruik

      • kan subtiele verschillen van vorm, betekenis en gebruik uitleggen op C1 en C2 niveau

Digitale Media
  • Development Phase 1
    • 1.1
      • kan 'word-processing' software gebruiken om een document te maken waarbij standaard conventies worden gebruikt

      • kan potentieel onderwijsmateriaal zoeken op het internet

      • kan hulpmiddelen downloaden van websites

    • 1.2
      • kan lessen maken met gedownloade teksten, plaatjes, illustraties, etc.

      • kan computer bestanden in logisch geordende mappen indelen

  • Development Phase 2
    • 2.1
      • kan software gebruiken om beeldmateriaal, Dvd’s en geluidsbestanden te gebruiken

      • kan enig standaard Windows/MAC software gebruiken, inclusief mediaspelers

      • kan toepasselijk online materiaal aan studenten en collega's aanbevelen

    • 2.2
      • kan online werk voor leerlingen opzetten en begeleiden

      • kan software gebruiken om beeldmateriaal, Dvd’s en geluidsbestanden te gebruiken

  • Development Phase 3
    • 3.1
      • kan leerlingen trainen om online oefeningen, toepasselijk voor hun individuele behoefte, te selecteren en gebruiken

      • kan geluids- en videobestanden redigeren en aanpassen

      • kan collega's laten zien hoe nieuwe software en hardware te gebruiken

      • kan projectwerk met digitale media coördineren (daarbij, bijvoorbeeld, een camera, het internet, social netwerken te gebruiken)

      • kan de meeste problemen met klaslokaal digitale media herkennen

    • 3.2
      • kan studenten trainen om elk beschikbaar klaslokaal digitaal materiaal (inclusief IWB)goed inzetbaar te gebruiken, hun mobiele telefoons, tablets etc. voor taalverwerving

      • kan collega's laten zien hoe het uiterste onderwijspotentieel te halen uit de beschikbaar digitale uitrusting en internet hulpmiddelen

      • kan 'blended-learning' modules ontwerpen daarbij een leermanagement systeem te gebruiken, bijv. Moodle

Professionalisme
Professioneel handelen
  • Development Phase 1
    • 1.1
      • verlangt feedback op haar/zijn onderwijspraktijk en ander werk

      • zoekt advies bij collega's en in handboeken

    • 1.2
      • werkt volgens de missie en de regels van het instituut

      • werkt in overeenstemming met en communiceert met andere docenten over studenten en lesvoorbereidingen

      • onderneemt actie na de feedback van de trainer na een lesobservatie

  • Development Phase 2
    • 2.1
      • verwelkomt de mogelijkheden om onderwijservaring the delen met collega's op een of twee niveaus

      • onderneemt actie na de feedback van collega's die haar/zijn lessen observeren

      • draagt bij aan de ontwikkeling van het instituut en goed management en reageert positief op veranderingen en uitdagingen in het instituut

    • 2.2
      • verwelkomt mogelijkheden om geobserveerd te worden door managers en collega's and feedback te ontvangen op het lesgeven

      • bereidt voor en neemt actief deel aan professionele ontwikkelingsactiviteiten

      • neemt actief deel aan de ontwikkeling van het instituut en de educatieve en administratieve systemen

  • Development Phase 3
    • 3.1
      • fungeert als mentor voor minder ervaren collega's

      • leidt trainingsessies met hulp van een collega of wanneer materiaal hiervoor gegeven wordt

      • observeert collega's en geeft bruikbare feedback

      • wanneer de kans zich voordoet, neemt verantwoordelijkheid voor bepaalde projecten die gerelateerd zijn aan de ontwikkeling van het instituut

    • 3.2
      • ontwerpt training modules voor minder  ervaren docenten

      • leidt docent-ontwikkeling programma's

      • observeert en beoordeelt collega's die op alle niveaus lesgeven

      • organiseert mogelijkheden voor collega's om elkaar te observeren

Administratie
  • Development Phase 1
    • 1.1
      • voert routine taken uit zoals presentielijsten, uitdelen/ophalen/teruggeven van materialen

    • 1.2
      • zorgt voor vereiste lesplannen en verslagen van lessen, correct ingevuld en op tijd

      • bekijkt en becijfert huiswerk en toetsen efficiënt 

  • Development Phase 2
    • 2.1
      • handelt het becijferen en het schrijven van verslagen op een efficiënte manier af

      • bewaart duidelijke, goed georganiseerde verslagen van lessen

      • levert documenten en feedback op afgesproken tijd in

    • 2.2
      • handelt administratieve taken omtrent het werk op een efficiënte manier af

      • anticipeert op regelmatige maar niet te frequente taken en handelt deze af binnen de tijd

      • gaat met leerlingen aangelegenheden, vragen en feedback op een toepasselijke manier om

  • Development Phase 3
    • 3.1
      • coördineert administratieve taken met anderen; verzamelt informatie, verslagen, meningen, etc. wanneer hierom gevraagd

      • neemt verantwoordelijkheid voor bepaalde administratieve taken, zoals het organiseren van docenten vergaderingen, analyseren en rapporteren op cursuseinde-feedback, etc.

    • 3.2
      • handelt als cursus coördinator wanneer gevraagd

      • overlegt met inschrijfadministratie / financiële administratie / sponsoren / ouders, etc. indien nodig

      • draagt actief bij aan het ontwerp of de herziening van administratieve systemen

Download the grid

The European Profiling Grid, the Glossary and the User guide can be downloaded in the languages of your choice.

  • Language of additional documents

The user guide

The user guide provides examples of how each type of user might use the Grid.